Het Polranny Huis heeft een lange historie. Het werd aan het eind van de 19e eeuw gebouwd door de eerste hoofdmeester van de lokale lagere school, de Tonragee National School. Het was toen één van de weinige huizen met twee verdiepingen. Rond 1944 werd het verkocht aan de ‘Pension Officer’ van de streek, die uitkeringen verstrekte vanuit de zitkamer. In de zestiger jaren stond het leeg tot in 1972 twee jonge avonturiers het veroverden; zij hadden elkaar niet lang daarvoor tijdens een ‘blind date’ in New York City leren kennen.
In 1979 werd met de bouw van ‘de Folly’ begonnen door een derde liefhebster die zich bij de twee pioniers van het eerste uur aansloot, na een kennismaking op de eerste homodemonstratie in Amsterdam (1977).
Afstammelingen van de twee Ierse families die in het verleden in het huis woonden, houden nog steeds contact met de Piraten en komen zo nu en dan langs, onder wie de bekende schilder Charles Tyrrell, zoon van Patty Sweeney en kleinzoon van Maragaret, en zijn zoon Davie Tyrrell die ervan droomt om fotograaf te worden. Het is blijkbaar ‘een huis van goede herinneringen’.
Toen Gretta Sweeney op hoge leeftijd nog eens binnenstapte, keek ze meteen omhoog naar de houten lambrisering van het plafond en constateerde tevreden dat er niets veranderd was. Haar vader hield erg van tuinieren en zij herinnerde zich hoe de geur van zijn kamperfoelie je tegemoet waaide aan het begin van de oprit. Bij de volgende generatie van de O’Sullivan kinderen was de geur van munt in het geheugen gegrift; samen met die wilde zwijnenkop die zij zo maar op een dag, geconserveerd in het veen van de achtertuin aantroffen. Ze gleden graag van de trapleuning en herinneren zich de ‘study’ als de lekkerste en warmste kamer van het huis…. .





In 1972 kwam het Polranny Huis in handen van de eerste twee Piraten-avant-la lettre…
De eerste foto, met op de achtergrond de koeien- en varkensstal (nog met dak) in de zomer van 1973, foto genomen door Karin Daan. Sinds die tijd is de aanblik wel veranderd en de tuin gegroeid.
In 1972 gingen twee jonge avonturiers, de één van Nederlandse komaf en de ander uit Amerika, op wereldreis. Liftend. Ze keken op de wereldkaart en zagen achter Engeland nòg een eiland liggen. Nieuwsgierig staken zij de zeeën over naar Ierland. Aan de westkust vonden zij aan de voet van een berg, de Polranny een 19e eeuws huis met een koestal in een semi-verwilderde tuin.
Het bleef niet zonder gevolgen en leidde in 2008 tot de oprichting van Polranny Pirates.
The Polranny House has a considerable history. It was built at the end of the 19th century by Peter Sweeney, the first headmaster of the local Tonragee National School. At the time, it was one of the few homes with two floors. In around 1944, the House was sold to Mr O’Sullivan, the district pension officer, who handed out payments in the living room. It remained empty throughout the 1960s until, by chance, it was discovered by an American poet and a Dutch artist, who had met on a blind date. These original Polranny Pirates were joined by a third Pirate, who would graduate as a classicist and Egyptologist. She began working on the ‘de Folly’ in 1979.
The Pirates are still in touch with the descendants of the two families who previously lived in the House. They regularly drop by and include the well-known painter Charles Tyrrell, the grandson of the original owner, headmaster Peter Sweeney. When they were small, the children of the O’Sullivan family, whose father was the district pension officer, found the head of a perfectly preserved, prehistoric wild boar in the peaty soil of the back garden.





One of the original Polranny Pirates behind the House in the summer of 1973. Behind her is the shed that would later become the Folly. Photo: Karin Daan.